Home of stars Oud Duitse herder kennel
-


Hondentaal
wat vertellen ze je !


De hond stamt af van de Wolf.

Dit is nu ook nog terug te zien in het gedrag van onze huishonden.
De mens heeft verschillende rassen en types gecreëerd, voor allerlei doeleinden, zoals Jachthonden, Herdershonden, Terriërs en Gezelschapshonden.
Maar wat voor ras je ook hebt, ze stammen allemaal af van de wolf.
Honden hebben dezelfde lichaamstaal als die van de wolf.
Om onze honden goed te kunnen begrijpen, moeten we kijken naar de lichaamstaal.
Hondentaal is ontzettend interessant, als je begrijpt hoe de hondentaal in elkaar steekt, dan is een hond opvoeden niet zo moeilijk.
Alle honden hebben de zelfde lichaamstaal, alleen doordat wij mensen verschillende rassen hebben gefokt, (bv rassen met de staart extreem hoog gedragen of rimpels in het gezicht) is het voor veel honden moeilijk om te zien of de hond met een hoge staart hoog in de rangorde staat of dat de staart zo hoog is gefokt, daardoor kunnen problemen ontstaan.


Lichaamstaal
De baasjes zeggen soms: ‘Hij doet niks want hij kwispelt’ maar helaas is lang niet elke hond die zijn staart op en neer beweegt, op dat moment de vriendelijkheid zelve. Soms kwispelen honden ook terwijl ze bang of boos zijn. Je kunt de houding van de hond gebruiken als leidraad om een inschatting te maken van zijn stemming. Daarbij kijk je naar de staart en de oren, maar ook naar het hele lichaam van de hond.


Lichaam
Een hond met een hoge lichaamshouding voelt zich zelfverzekerd en stoer. Hij houdt zijn hoofd omhoog, staat zo recht mogelijk op zijn poten, en ook zijn oren en staart staan omhoog (of zo hoog mogelijk). Soms, als een hond last heeft van ‘gemengde gevoelens’ zie je een ambivalente houding, dan vertelt bijvoorbeeld de staart een ander verhaal dan het lichaam.
Als een hond een hoge lichaamshouding aanneemt maar zijn staart laag houdt, is hij op dat moment in zijn hart niet zo stoer als hij zich wil voordoen.
Ook als de hond ‘borstelt’ (daarbij gaan de haren op zijn nek en rug overeind staan) probeert hij duidelijk te maken dat hij stoer is. Maar soms gaan zijn nekharen juist overeind staan omdat de hond (veel) banger is dan hij wil laten merken.


Staart
Er zijn drie staarthoudingen, namelijk neutraal, hoog en laag. Dat geldt voor alle rassen en alle staartvormen en staartdrachten. Een hond heeft een neutrale staart als hij niet communiceert. Dan klemt hij zijn anus niet af, maar hij toont hem ook niet duidelijk. 
Als een hond zijn anus afklemt (vaak heeft hij zijn staart dan tussen de achterpoten) heeft hij een lage staartstand. De hond loopt dan niet bepaald over van zekerheid.
Een hond heeft een hoge staart als hij zijn anus niet heeft afgeklemd. Wanneer de vorm en de lengte van de staart dit toelaten, staat de staart dan zo recht mogelijk overeind. Hiermee probeert de hond duidelijk te maken dat hij zich zelfverzekerd en stoer voelt.
Een neutrale staarthouding is tussen ‘hoog’ en ‘laag’ in.


Oren
Ook oren zijn een belangrijke indicatie voor wat een hond aan zijn omgeving probeert te vertellen. Een hond houdt zijn oren naar voren als hij zeker van zijn zaak, of alert is. De andere twee mogelijkheden zijn neutraal en naar achteren. Een hond die zijn oren neutraal draagt, communiceert niet. Een neutrale oor houding herken je doordat zijn oorschelp een beetje naar de zijkant gedraaid is. Ongeacht het ras of de vorm van de oren, kun je de houding van het oor altijd herkennen aan de aanhechting. Een hond kan zijn oren naar achteren dragen in allerlei gradaties en om allerlei redenen. Als hij angstig is en vlucht maar ook als hij je vriendelijk wil begroeten.


Waarschuwingssignalen

Het is zeker niet zo dat een hond alleen maar bijt als hij zich zelfverzekerd voelt. Sterker nog: het grootste deel van de bijtincidenten is een gevolg van angst agressie: de hond voelt zich bedreigd, is ergens bang voor en om het ‘gevaar’ af te weren, hapt of bijt hij. Het gebeurt maar zelden dat een hond bijt zonder vooraf te waarschuwen.
Als je ziet dat een hond één van de volgende gedragingen vertoont, is het zaak alert te zijn. Hij voelt zich dan absoluut niet prettig en probeert je te vertellen: ‘Houd daarmee op, anders ga ik misschien wel bijten.’


  • De hond verstijft in zijn lichaam en staart je aan.
  • Grommen, grommend blaffen
  • Neus rimpelen, de lip optillen en tanden laten zien
  • Happen




Hondentaal en kinderen
Jonge kinderen begrijpen hondentaal vaak niet. Dat komt omdat ze vooral naar de kop van de hond kijken en niet naar het hele lichaam van de hond. Daardoor missen ze informatie en kunnen dat wat ze zien verkeerd interpreteren. Een ongeluk zit dan in een klein hoekje.
Zijn je kinderen wat ouder, dan kun je samen met ze naar de hond kijken en ze wijzen op wat je ziet aan de lichaamshouding, oren en staart van de hond. Zijn je kinderen jonger, leer ze dan de tien gouden regels voor een veilige omgang met de hond.

De tien gouden regels voor thuis zijn:
1.De etensbak, waterbak en mand zijn alleen van de hond. Je kind mag hier niet aankomen en mag niet in de mand van de hond gaan zitten.
2.Leer je kind dat het nooit een etende of slapende hond mag storen.
3.Wil je de hond niet op de bank dan mag hij nooit op de bank en niet dan wel dan niet.
4.Leer de hond dat hij niet mag bedelen als je kind iets te eten heeft. (onder het eten hond op de plaats)
5.Zorg ervoor dat je kind bij het knuffelen niet op of onder de hond gaat liggen.
6.Laat je kind niet liggend spelen op de grond als de hond er bij is.
7.Straf je kind niet waar de hond bij is en andersom.
8.Laat je kind niet alleen met de hond; zorg dat er altijd een volwassene bij is.
9.Pas op als je kind wil stoeien met vriendjes of tikkertje. De hond kan denken dat het kind – zijn roedelgenoot - bedreigd wordt en het willen      verdedigen.
10.Leer je kind om er een volwassene bij te roepen als de hond iets doet wat het niet leuk vindt.